Heenvliet 

Stolpersteine / Struikelstenen 

Omgekomen inwoner  

Stolpersteine /Struikelstenen

Stolpersteine, ook bekend als struikelstenen, is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. De stenen zijn van beton met op de kop een messing plaatje, waarin de naam, geboortedatum, deportatiedatum, plaats en datum van het overlijden zijn gestanst. De Stolpersteine herinneren ons aan de Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, dienstweigeraars, homoseksuelen, Jehova's getuigen en gehandicapten, die door de nazi's verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. De gedenktekens worden in het trottoir voor de vroegere woonhuizen van mensen geplaatst. Het is een over geheel Europa verspreid monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme.  

Uit Heenvliet zijn 3 joodse inwoners weggevoerd.

     

 

Bron: Mevr. R. de Leeuw van Weenen

Trouwfoto van Salomon van Blankenstein en Elizabeth den Hartog 

Salomon van Blankenstein

Geboren: 12 februari 1886 te IJsselmonde,     Vermoord: 5 november 1942, Auschwitz,     Beroep: veehandelaar.

Elizabeth van Blankenstein den Hartog

Geboren: 22 april 1887 te Hendrik-Ido-Ambacht,     Vermoord: 5 november 1942, Auschwitz.

De familie van Blankenstein verhuisde in 1913 naar Heenvliet. Zij gingen wonen op de Wieldijk nr 118. Deze woning is gesloopt.

Hun stolpersteine liggen voor de deur bij nummer 1-2 in de van Blankensteinstraat. Dit is een zijstraat van de Kerkweg. Hier heeft een Synagoge gestaan die gebouwd is in 1807. De joodse gemeente van Heenvliet is in 1947 officieel bij die van Rotterdam gevoegd. De synagoge en de aangebouwde onderwijzerswoning zijn in 1948 verkocht en gesloopt na de watersnoodramp in 1953

Tussen de fundamenten van de huidige huis met nr 2, bevinden zich nog de resten van de mikwe.

          

Bron: Dhr. K. van de Leek

Mikwe betekent letterlijk 'levendig water' en is een belangrijk reinigingsritueel in het jodendom. Het doel is hierbij niet de hygiëne, maar de spirituele reinheid. Ook wordt er het speciaal voor dit ritueel gebouwde bad mee aangeduid. dit bad moet voldoen aan een aantal bijbelse en rabbijnse voorschriften. Genoemd binnen de 613 mitswot, de bijbelse ge- en verboden die de leidraad vormen van het joodse leven. De mikwe is de drempel tussen het heilige en onheilige.

Onderdompeling in een mikwe betekent een status verandering, een verheffing van de status. Bestek dat ondergedompeld wordt kan gebruikt worden voor de heilige handeling van het eten. Een Joodse vrouw kan na onderdompeling intiem worden met haar man. Mannen en vrouwen kunnen het huis van God (de Tempel) binnengaan. Ook in geval van bekering wordt de overgang van niet- jood naar jood gemarkeerd door onderdompeling in het rituele bad.

De mikwe wordt tijdens de dodenherdenking op 4 mei door de huidige bewoner opengesteld.

Bron: Dhr. K. van de Leek

Tevens zijn er tijdens het graven voor een aanbouw delen van een mondharmonica en scherven gevonden.

Bron: Dhr. K. van de Leek 

Rachel Marianne Goudsmit

Geboren: 4 april 1881 te Rotterdam,     Vermoord: 25 januari 1943, Auschwitz.

Rachel Marianne Goudsmit wordt vermeld op een lijst van gedeporteerde patiënten uit Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch.

Het Apeldoornsche Bosch wordt in 1909 opgericht door de 'Vereenigng Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht in Nederland'. De Joods-psychiatrische instelling groeit snel uit tot een bijzonder en levendige gemeenschap. Er is ruimte voor ontspanning, sport, spel, arbeidstherapie en er zijn muziek en filmvoorstellingen. De oorlog gaat de eerste twee jaar aan de bewoners voorbij. In de loop van de Tweede Wereldoorlog werden er steeds meer patiënten opgenomen. Dit had alles te maken met het feit dat de bezetter het Joodse patiënten verbood om in niet-Joodse instellingen te verblijven. Lang dacht men dat de bezetter de patiënten in Apeldoorn ongemoeid zou laten en dus niet zou deporteren naar Westerbork. De hoop bleek echter tevergeefs.

In de nacht van donderdag 21 op vrijdag 22 januari 1943 werd de psychiatrische inrichting door de SS en de Ordnungspolizei omsingeld. Leden van de Ordedienst van Kamp Westerbork trokken de ongeveer 1300 patiënten en personeelsleden naar buiten en smeten hen hardhandig in de goederenwagons die klaar stonden op station Apeldoorn. Na vertrek reed de trein direct door naar Auschwitz.

Op zondag 24 januari 1943 kwam de trein aan. Enkele patiënten waren onderweg al overleden. Sommige van de levenden renden in paniek weg van het perron, maar werden neergeschoten. De overgeblevenen werden door een Joodse werkploeg in vrachtwagens geladen en direct naar een van de grote langgerekte kuilen gereden. Hierin werden de lichamen van vergasten verbrand. De pas aangekomenen werden levend in het vuur gesmeten.

  
TOP 

 

Omgekomen inwoner

Izaäk Bravenboer

Izaäk Bravenboer is geboren in Vierpolders en visser van beroep. Trouwt op 12 september 1900 met Wilhelmina van IJperen. Ze wonen in Nieuwensluis en krijgen drie kinderen. In de oorlog verkoopt hij een boot aan Engelandvaarders waarvoor hij op 1 april 1942 wordt opgepakt door de SIPo (sicherheitzpolizei). Eerst wordt hij vastgezet in het Huis van Bewaring Noordsingel te Rotterdam en op 15 juli 1942 doorgestuurd naar Amsterdam. Daarvandaan wordt hij pas op 15 juli 1943 naar Vught gebracht. Op 19 maart 1943 gaat hij op transport naar kamp Weimar – Buchenwald. Op de lijst van de nieuwaangekomen gevangenen van 7 april staat hij vermeld met nr 3688 als schutzhäftling (beschermende gevangene). Hij overlijdt niet veel later op 13 april 1943 om 6:45 aan acuut hartfalen.

     

Bron: stadsarchief rotterdam

Izaäk Bravenboer wordt genoemd in de erelijst van Gevallenen 1940-1945.

Bron: erelijst van gevallenen 1940 -1945

  
TOP